Interview Esmée (23)
“In mijn jeugd heb ik veel nare dingen meegemaakt. Ik kreeg al vroeg psychische problemen, ging mezelf beschadigen en wilde op een gegeven moment niet meer leven. Ik heb veel behandeling gehad, maar het ging nooit echt beter. Op een gegeven moment kreeg ik een psychiater die met me over een euthanasietraject sprak. Doordat ze me daar zo serieus in nam, ook al stond ze er zelf niet achter, voelde ik me heel gehoord.
Na jaren zwijgen over de dood gaf dat veel rust. Er is sindsdien veel veranderd. Mijn doodswens is verdwenen en ik leef het leven weer. Naast mijn psychiater is ook een goede vriendin heel belangrijk voor me geweest. Bij haar mocht ik er gewoon zijn, ze had nooit de bedoeling om iets op te lossen.
Mijn overbuurvrouw van vroeger deed dat eigenlijk ook. Ze was heel begaan met me en vroeg altijd wel hoe het ging, maar ik hoefde er nooit op te antwoorden. Als ik maar wist dat ik wel door haar werd gezien, zei ze. Dat de deur altijd open stond betekende heel veel.
Ook aan mijn huisarts heb ik veel gehad. In een hele slechte periode heeft ze dagelijks even contact met me gezocht, om een lijntje te houden. Ook stuurde ze me regelmatig een berichtje om me moed in te spreken. Dat deed me echt goed.
Ik begrijp de neiging om iets voor iemand op te willen lossen als het moeilijk is, maar voor de ander kan dat echt vervelend zijn. Probeer vooral een luisterend oor te bieden, er als omgeving gewoon te zijn. Begin met luisteren, want alleen luisteren is al fijn.”